(Een aangepaste versie van deze column is eerder gepubliceerd in de juni-uitgave van het wijkblad van Grootstal en Hatertse Hei, De Heistal. Het wijkblad De Heistal is hier digitaal in te zien.)
Wortels in de wijk
Mijn fietspomp is gestolen! Jawel, mijn nieuw gekochte fietspomp. Aangeschaft ter vervanging van een oude pomp waarvan al jaren het binnenste rubbertje was versleten, waardoor ik regelmatig, tijdens het oppompen van mijn fietsband, pardoes kon doorschieten, wanneer de samengedrukte lucht langs het rubber schoot en ik met mijn neerwaartse beweging met pomp en al bijna de grond raakte. En nu was de nieuwe pomp zomaar gestolen!
'Gedeelde overvloed'
Nou ja, ‘zomaar’. Ik had een risico genomen. De pomp stond namelijk al weken onbewaakt in een met mijn medeflatbewoners gedeeld fietsenhok. Dat was bewust, vanuit de wens om mijn eigen, piepkleine ‘overvloed’ te kunnen delen. Een fietspomp is in mijn ogen uiteindelijk slechts een (veel) goedkopere versie van prijzig gereedschap dat iemand aanschaft om er voor de gelegenheid twintig bouten mee in de muur te draaien. En het vervolgens in jaren niet meer uit de kast te halen. Vergelijkbaar heb ik zelf zo’n twee keer per jaar een lekke fietsband. Dan gebruik ik die fietspomp. En verder niet. Reden voor mij om die nieuwe pomp fijn te delen met de bewoners van mijn flat. Delen, akkoord. Maar permanent wegnemen? Dat was niet de bedoeling!
Onverwachte lege plek
Nu kan ik me natuurlijk voorstellen dat de lezer zich inmiddels afvraagt waarom dit eigenlijk zo belangrijk is. De kosten voor de fietspomp waren immers minimaal. Er was geen werkelijke schade, het verlies was volledig verwaarloosbaar in de grote schaal der dingen. De reden waarom ik erover schrijf, is dan ook vooral omdat ik me door deze fietspompvermissing plotseling realiseerde hoe diep de ontdekking van die lege plek in de kelder mij onverwacht raakte. De impact vervreemde me bijna van mijzelf. Het voelde alsof mijn vrijgevigheid, met het wegnemen van die pomp, zelf ook een beetje was weggenomen. Het vertrouwen dat ik had in mijn medebewoners was gedeukt.
Omgeslagen vertrouwen
Nu kan ik kan me voorstellen dat dit enigszins vreemd, of overtrokken klinkt. Maar ik merkte dat ik de eerste dagen na die plotse ontdekking bijvoorbeeld geïrriteerd om me heen keek wanneer ik de trap opliep naar de galerij van de etalage waar ik woon. En wanneer ik dan een verre buurman of -vrouw tegenkwam, dan dacht ik: “Jij! Jij bent het vast! Jij hebt zeker mijn pomp gejat!” Vertrouwen was omgeslagen in wantrouwen. Woonplezier was omgeslagen in woonirritatie. Gelukkig realiseerde ik me natuurlijk wel langzaam hoe overtrokken mijn reactie was. En daarop begon ik na te denken over deze ervaring. Zo realiseerde ik mij hoe belangrijk vertrouwen eigenlijk is om te kunnen delen met elkaar!
Waar komt vertrouwen vandaan?
Hoeveel vertrouwen in elkaar is er eigenlijk nodig, vroeg ik mij plotseling af, om in een wijk de ruimte die we gezamenlijk bezetten, op fijne wijze met elkaar te kunnen delen? Waar komt dat eigenlijk vandaan, dat ‘vertrouwen’? Hoewel het misschien meer voor de handliggend zou zijn om 'vertrouwen' als een psychologisch proces te benaderen, was ik ditmaal wel eens nieuwsgierig waar het woord zelf eigenlijk vandaag komt. Zou de etymologie (dat is: de herkomst) van het woord van betekenis voor de wijk kunnen zijn?
'Getrouwen'
Een kleine zoektocht op de website www.etymologiebank.nl (geïnteresseerde taalliefhebbers kunnen op deze website de herkomst van Nederlandse woorden opzoeken) leerde me dat het woord, in de betekenis van 'zich verlaten op' in de 16de eeuw is ontstaan uit de samentrekkingen van de Middelnederlandse werkwoorden ‘betrouwen’ (hopen) en ‘getrouwen’. Het woord ‘Getrouwen’ is daarbij een samentrekking van het versterkende voorvoegsel ‘ge’ en ‘trouw’, in de betekenis van ‘loyaliteit’ en ‘standvastigheid’.
Loyaliteit en standvastigheid
‘Getrouw’ komt dan uiteindelijk via het woord 'trouw', langs een lang etymologisch pad, van het Litouwse woord dr(i)utas (‘stevig’) en van het Oudpruisische druwis, dat, zo vertelt de online kennisbank, in overdrachtelijke betekenis mogelijkerwijs is afgeleid van de Keltische wortel ‘deru-‘, in de betekenis van: ‘boom’. De oorspronkelijke betekenis van ‘vertrouwen’ is daarmee – langs een lange weg - uiteindelijk verwant aan de betekenis van: ‘standvastig als een boom’.
Standvastig als een boom
Nu ben ik - ondanks al mijn intellectuele verhandelingen - bij uitstek een echte beelddenker. En wat is er nu een mooier beeld dan 'vertrouwen als de standvastigheid van een boom'. Ogenblikkelijk stel ik mij vertrouwen daarbij voor als een reusachtige oerboom met een brede stam, met takken zo dik als de gespierde armen van een viking en brede, knoestige wortels, reikend tot diep in de grond, verbonden met de kern van de aarde. Vertrouwen, stevig geworteld in dikke modder en korrelig zand, met dikke wortels vastgegroeid in de geurige, vruchtbare aarde. Vertrouwen, met andere woorden, als een boom waarop je kan bouwen.
Delen in vertrouwen
Om te kunnen delen met elkaar - in de wijk, in de buurt, als buurtbewoners en als directe buren - moeten we elkaar uiteindelijk dan ook kunnen vertrouwen. En dat kan misschien alleen als we voor elkaar het vertrouwen bieden in de zin van die verbeelde, grote oerbomen, waar die betekenis van het woord ‘vertrouwen’ ooit zelf op is gebouwd. Standvastig en betrouwbaar. En met diepe wortels in de wijk. Waarbij ik overigens die wortels niet gebruik in de betekenis van 'bij uitstek geboren in de wijk', want dat zou verrassend uitsluitende bijbetekenissen in zich dragen. Nee, ik bedoel het anders.
Wortels in de wijk
Ik bedoel met 'mensen die wortels in de wijk hebben' juist de wijkbewoners die bereid zijn om zich te committeren aan de buurt. Buurtbewoners die beseffen dat een woonomgeving een echte plek is om in te investeren, om te 'wortelen'. Of je er nu kort of lang bent, geboren of naar verhuisd, inheems of uitheems, de wijk is ieders plek om te wonen - om er te zijn en om te bestaan. Vertrouwen in elkaar ontstaat daarbij pas dan, wanneer wij, gezamenlijk, als die grote, standvastige verbeelde bomen voor elkaar willen zijn. Vertrouwen in de wijk ontstaat pas als we bereid zijn onze wortels in de grond te steken.
En als we die wortels met elkaar laten verbinden...
Rogier is columnist, zowel bij het Wijkblad Brakkenstein als bij het wijkblad De Heistal. Hij schrijft vooral over sociaal-maatschappelijke onderwerpen en heeft daarnaast een eigen blog: http://rogierteerenstra.wordpress.com waar hij schrijft over diverse onderwerpen op gebied van spiritualiteit, psychologie en filosofie. Je kunt contact met hem opnemen via