Blij worden van andermans afgedankte spullen… Komend weekend mogen we weer struinen langs de kraampjes van de rommelmarkt die harmonie Tarcisius organiseert op het binnenplein van Aqua Viva. Het belooft een warme, zonnige septemberdag te worden op dat toch ietwat Zuid-Europees aandoende plein. Met een beetje fantasie waan je je in een klein Frans dorpje, maar wel eentje waar iedereen je verstaat 😊.
Het is een mooi circulair concept: oude spullen een nieuwe eigenaar bezorgen en tegelijkertijd de verenigingskas vullen. En, zo lees ik in de aankondiging, 2024 is een kroonjaar voor de markt: al 50 keer organiseert men dit feestje.
Zelf ben ik nogal een liefhebber van rommel-, brocante en antiekmarkten. De gemoedelijke sfeer, de herkenning van dingen van vroeger en de hoop op de trouvaille van de dag. Heerlijk.
Om thuis de boel leefbaar te houden, probeer ik mij te beperken tot dingen die ik écht leuk vind en/of die ik écht kan gebruiken. Niet dat vrienden en familie straks bij instanties melding moeten maken van een vrouw met dwangmatige hamsterstoornis, die zich letterlijk heeft begraven onder te veel spullen.
Het bracht me er ooit een keer toe om zelf een kraampje te huren en mijn overtollige spulletjes aan de man te brengen. Leuk kleedje op de tafel (te koop), zelfgemaakte vlaggenslinger opgehangen (te koop), vaasje met verse bloemen (niet te koop) en (opge)poetste spulletjes uitgestald (állemaal te koop). In de ochtend vond ik het nog leuk, de gezellige praatjes en zelfs het heel vaak benoemen van de prijs van dingen of het onderhandelen daarover. Maar in de middag had ik er helemaal genoeg van. Iedereen die zegt ‘Oh kijk, heb ik thuis ook’ of ‘Ach, dat stond vroeger bij mijn oma op het dressoir’ en meer van dat soort uitspraken, maar niks kopen. Het meest confronterende was misschien nog wel dat ik mijzelf herkende in al die mensen: zo loop ik ook over die marktjes, zo reageer ik ook op spullen die ik zie... Ik heb die dag bijna net zoveel weer in moeten pakken, als dat ik ’s morgens uitgepakt had. Zucht.
Ik wil maar zeggen dat het concept van de Brakkensteinse rommelmarkt mij zeer aanspreekt. In de hoek van de kamer staat al een paar weken een ‘rommelmarktdoos’. Vaasjes, oude horloges van mijn moeder (ik heb het verzamelen niet van een vreemde) en dito armbanden liggen er al in. Ernaast groeit de stapel boeken. Deze week nog even door de kledingkast, kijken of ik afscheid kan nemen van schoenen die ik nooit draag en een kritische blik nog even over zolder en kelder laten gaan.
Ik hoop dat mijn spulletjes een nieuwe eigenaar blij gaan maken én dat ik zondag een mooie vondst doe. Daar heb ik immers weer plek voor 😉.
Patricia Verhelst,
september 2024
P.S.: Die vondst is gelukt in de vorm van en prachtig blauw opaline vaasje!