Het kriebelt. Niet letterlijk gelukkig, maar in mijn hoofd. Vandaag begint de lente, de zon schijnt, de temperatuur is zeer aangenaam, de deuren staan open. Geheel tegen mijn natuur in ben ik poetserig. De ramen worden weer eens vertroeteld en ik scharrel langs allerlei verwaarloosde hoekjes in het huis. Het is overigens niet alleen de lente, het heeft ook te maken met de nieuwe bank die gebracht wordt. De oude was ernstig aan vervanging toe.
Die oude bank liet ik ophalen door DAR. Dat betekent dat het beestje op een onchristelijk uur buiten moet staan. In alle vroegte sta ik aan het meubelstuk te sjorren. Het is een vrij groot exemplaar. Kunnen we lekker met z’n tweeën op liggen, dachten we bij aanschaf zestien jaar geleden. Ik manoeuvreer hem zo dat hij voor de deur naar de gang staat, ik kantel hem en dan kan ‘ie mooi op zijn rug door de gang. Beschadig ik niets. Prima, maar de drempel is nog effe een dingetje, net als de voordeurmat. Het lukt toch om de bank in de voortuin te krijgen.
Via de website van de DAR maakte ik een afspraak waarbij ik van alles moest invullen:
- grof vuil zijnde een meubelstuk: check
- volume niet meer dan 2 m³: check
- bij elkaar gebonden: n.v.t.
- in de voortuin: check
- niet langs de straat of anderszins openbare ruimte: nee, want in de voortuin
- bereikbaar voor de vuilniswagen: nee, want in de voortuin
- vul tijdslot in: uuuhhhmm enige mogelijkheid is tussen 7.30 en 16.00 uur
Door naar de volgende pagina: Nee, want alles moet aangevinkt.
Maar niet alles is van toepassing.
Alles moet aangevinkt anders kunt u geen afspraak maken.
Ik vink alles aan en laat het verder maar gebeuren.
Een dag van tevoren krijg ik een bericht dat de bank tussen 8.30 uur en 11.30 uur wordt opgehaald. En inderdaad, om een uur of tien meldden zich twee heren. Ik had een grote vrachtwagen in gedachten, waarin ze de bank zouden plaatsen, die dan afgevoerd zou worden naar het milieupark. Het was echter een gewone vuilniswagen en voor mijn ogen wordt de bank vermorzeld door de ‘tanden’ in de wagen. Toen kreeg ik het toch een beetje te kwaad. Ach, die bank… Ik weet nog dat we hem kochten. We hadden net ons huis en het budget was beperkt. In de meubelzaak stond hij als showmodel en voor een gereduceerde prijs mochten we hem hebben. Dolblij waren we ermee. Hij was zoals gezegd groot en diep en de rugleuningen kon je buigen. Het was meer een hang- en ligexemplaar, dan dat het een zitbank was. Ik besefte hoeveel tijd we wel niet op die bank had doorgebracht. Hoe kinderen die op bezoek kwamen op de bank hadden gespeeld en gesprongen, het mocht allemaal. De katten hadden hem door de jaren heen flink toegetakeld; onder de bank kruipen, op je kattenruggetje gaan liggen, je nagels in de bank haken en je zo van de ene naar de andere kant over de vloer trekken… Wat een leuk tijdverdrijf. De gesleten plekken, de comfortabele kuil... ze waren me dierbaar. We hebben erop gezeten, gegeten, gehangen, geslapen, gevreeën, gehuild en gelachen… Dag bank. Met een klein snikje en dito zwaaitje zeg ik stilletjes adieu.
De nieuwe bank arriveert en is schitterend mooi. Een witte! Daar mogen geen kinderen op dansen en klimmen, daar mogen de katten niet in gaan hangen. Althans, nu nog even niet. Straks zit het eerste vlekje erop, is het eerste haaltje in de bekleding zichtbaar en dan, dan mag er weer op geleefd worden.