(Een verkorte en aangepaste versie van deze column verscheen eerder al in Wijkblad Brakkenstein, hier digitaal beschikbaar.)
De magie van de ontmoeting
De titel van het artikel dat ik online aantrof, trok direct mijn aandacht. ‘Ontmoeten is nog geen vriendschap,’ luidde die titel. De stelligheid achter de kop intrigeerde me. Alsof er een soort algemene waarheid mee werd weersproken, terwijl de logica van de zin zelf volstrekt helder was. Waar was de magie in het verhaal van de ontmoeting dan gebleven?
Sprankelende verhalen
Ik dacht aan al die sprankelende verhalen die we elkaar vertellen over vriendschappen die ontstaan op het werk. ‘Ik gaf hem of haar een hand. En het was vriendschap voor het leven’. Of over de middelbare school: ‘We ontmoetten elkaar in de brugklas en het was vriendschap op het eerste gezicht!’ En natuurlijk de verhalen van ouders, over peuters die elkaar in de speelzaal ontmoetten en achteloos tegen elkaar opperen: ‘Wil jij mijn vriendje zijn?’ De andere, schuchter kijkende peuter - overvallen door het open gat van die grote, onbegrensde vraag - loert misschien nog een kort moment naar de grond. Om in het volgende moment samen schaterend het leven tegemoet te rennen.
De startmagie van vriendschap
De magie van vriendschapsverhalen schuilt voor een deel in dat startpunt, in dat ongrijpbare punt van de spontane ontmoeting, van alchemische verbindingen die onverhoeds, plotseling, tot stand komen en zo verbindingen voor het leven slechten. Begrijp me niet verkeerd. Ik hou van dat soort verhalen. Ik ben dol op verhalen over vriendschap. Maar ik vertrouw ze niet. Vriendschap zit volgens mij niet zo in elkaar.
Ontmoeten is makkelijk
Ontmoeten is relatief makkelijk. De spontaniteit achter die ontmoeting laat in zichzelf al zien wat er niet aan klopt: er is geen wil of wens aan het ont-moeten zelf verbonden. De ware aard van de vriendschap echter, die volgt pas later. Wanneer wil en wens er wel degelijk aan te pas moeten komen. De vriendschap krijgt pas zijn werkelijke vorm - onthult zijn ware aard - op het moment dat het moeilijk wordt. Dan laat ‘vriendschap’ zien wat het woord in de praktijk eigenlijk betekent. Dan krijgt het zijn ware definitie. Dat mensen voor elkaar kiezen om door de smurrie van het leven heen.
Vriendschapsvonk als preventie van eenzaamheid
Vriendschap schuilt niet in de ontmoeting. Vriendschap schuilt in de modder en de moeite en de wilskracht om voorbij de oppervlakte van de ontmoeting elkaar de handen te reiken. En vast te blijven houden. Het artikel waar ik deze column mee begon, illustreert dit krachtig. Het artikel vertelt over een sociaal werker die hard werkt aan preventie van eenzaamheid. Om dat te bereiken organiseert zij ontmoeting na ontmoeting in de hoop - nu citeer ik het artikel letterlijk - “dat er een vriendschapsvonk overslaat”.
Ontmoeten en vriendschap zijn verschillende dingen
Deze inspanningen van de sociaal werker laten allereerst al goed zien dat ontmoeting en vriendschap in feite hoe dan ook al twee verschillende, separate dingen zijn. En ten tweede, dat vriendschap gezien kan worden als een belangrijk ingrediënt tegen eenzaamheid. In het verlengde daarvan denk ik dan zelf: 'Betekent dat niet ook dat er, in de bestrijding van eenzaamheid, misschien ergens anders gezocht moet worden naar een oplossing, dan in de ontmoeting zelf?'
Kookboek voor de ontmoeting
Ontmoetingen organiseren is tot op zekere hoogte ‘makkelijk’. Opnieuw: begrijp me niet verkeerd. Ik ben geen organisator. Ik heb ook geen talent voor het organiseren van activiteiten en het bij elkaar brengen van mensen. Met 'makkelijk' bedoel ik vooral: het recept voor het organiseren van ontmoetingen is relatief standaard. Het is te vinden in het gemiddelde 'kookboek' van de eerstejaars sociaal werker. Met wat goed doordacht doelgroepdenken, wat strategische PR, wat financiële ondersteuning en beschikbare fysieke ruimte, zijn ontmoetingen 'relatief gemakkelijk' georganiseerd. Zelfs de herhaling ervan is goed te organiseren.
Vriendschap als wilskracht om verbonden te blijven
Maar de vriendschap zelf? Daarvoor is geen 'recept', die valt niet te standaardiseren. De vriendschap heeft meer te maken met levenskunst en het inzicht van medemenselijkheid. Die krijgt, zoals gezegd, pas vorm op het moment dat het moeilijk wordt. Dat kan heel moeilijk zijn: hoe behoudt je bijvoorbeeld de vriendschap als je merkt dat je vriend(in) verkeerde dingen doet en daardoor zelf in de moeilijkheden raakt? Laat je dan los? Of blijf je in contact en biedt je jouw hand standvastig aan? Maar het kan ook in de meest simpele dingen liggen. Het begint al bij dat startpunt en de wilskracht om verbonden te blijven - en niet in de oppervlakte van de spontaniteit te vluchten.
"Ik had geen notitieboekje..."
Om dat in zijn allersimpelste vorm te illustreren, gebruik ik weer een voorbeeld uit het eerdergenoemde artikel. Daarin vertelt een oudere deelneemster dat ze de bijeenkomsten leuk vond. Maar over het moment dat ze iemand ontmoette die ze ook wel eens buiten de bijeenkomsten wilde ontmoeten - een prille vriendschap in potentie! - vertelde ze over het afscheid bij de taxi: ‘Ik had geen notitieboekje bij me om haar telefoonnummer op te schrijven.’
Vriendschap als de inspanning voorbij de ontmoeting
De schrijnende, banale, aardse pijn spatte voor mij uit dat citaat. Het liet op verdrietige wijze zien dat de werkelijke poging tot vriendschap geen ontmoeting 'an sich' vergt, maar de inspanning om voorbij die ontmoeting te komen. Het is een tweezijdige investering. Want waar is de vraag om een papiertje aan de taxi-chauffeur? Er zou zelfs nog op de arm of binnenzijde van de hand geschreven kunnen worden als er een pen voor handen was. Desnoods zou de lippenstift gebruikt kunnen worden om op de arm te schrijven. Alles voor een werkelijke vriendschap.
Brakkenstein als wijk van vriendschap
Vriendschap, kortom, schuilt niet in de ontmoeting. Vriendschap schuilt in de inspanning op het moment dat het moeilijk wordt. Brakkenstein wens ik dan ook vooral bewoners toe die - behalve dat er natuurlijk óók heel veel ontmoetingen mogen plaatsvinden! - bereid zijn om te bouwen aan iets wat voorbij die ontmoetingen gaat. Die de verbinding met elkaar willen bewaren, voorbij de koffe- en thee-momenten. Die de inspanningen willen verrichten die nodig zijn om méér te zijn dan een ‘ontmoetingswijk’.
En vooral een wijk van vriendschap te zijn!